henkenbrigit.reismee.nl

Victoria deel 1

Victoria deel 1 (tot Melbourne)

Halverwege de 19e eeuw werd er ten noordwesten van Melbourne goud gevonden. Deze goudvelden in o.a. Ballarat en Bendigo leverden in die tijd een derde van de wereldproductie. Logisch dat Victoria een belangrijke staat werd met Melbourne als belangrijkste stad. Maar voorlopig zijn we daar nog niet. We worden vriendelijk bedankt voor ons bezoek aan NSW en welkom geheten in Victoria. Op de Princess Highway komen we deze borden tegen. De eerste camping, in Canns River, ligt in het regenwoud. Dan weet je al dat het er vochtig moet zijn. Tegen de muren en op de vloer lopen wel honderden naaktslakken, vooral in het toiletgebouw. We maken dankbaar gebruik van onze eigen camper. Dat is maar goed ook, want we horen de volgende ochtend dat dit geen slakken, maar bloedzuigers zijn. En die wil je niet op je lijf hebben. Ik ril nog als ik er aan denk! Snel weg daar en via Cape Conran ( met de eerste pelikanen) naar Lakes Entrance. Dit is een watersport walhalla en vooral in vakantietijd heel druk. En laat het nu nét vakantietijd zijn. Tot onze verbazing hebben we daar 4 weken lang mee te maken omdat - net als in Nederland - de vakanties per staat verschillen. De paasvakantie is voor de Australiërs heel belangrijk. Dit jaar valt het ook nog eens samen met ANZAC-day. Dus....topdrukte op de campings. De ironie ten top...gaan we een keertje buiten het seizoen om op vakantie....! We hebben met elkaar afgesproken dat we minimaal één dag per week een rustdag houden. Dat is dus hier en dat bevalt goed. De temperatuur en de zon en de zee werken daaraan natuurlijk mee. Lakes Entrance dus: Gelegen aan een smalle opening tussen de zee en de Gippsland Lakes. Negentig km. strand staat te hier tot je beschikking. Zelfs in Nederland krijg je dat niet vol. Achter die 90 km. strand dus de lagune met al die meren. Een waar vogelparadijs! Omdat koken óók niet op het programma staat ( behalve een uitgebreid ontbijt) gaan we een pizza halen en raken daar in gesprek met een man die op 4-jarige leeftijd vanuit Deurne is vertrokken naar Australië. Hij vindt het duidelijk leuk om te praten met ons Nederlanders. Hij wil een keertje terug naar zijn roots, al heeft hij eigenlijk niets meer met Deurne. Familie heeft hij er nog wel wonen, maar die kent hij niet. Als de pizza klaar is wenst hij ons een goede reis....jullie zien meer van dit land dan ik in al die jaren (hij is met pensioen). Tot ziens...misschien komen we elkaar ooit in dat verre Deurne tegen.

Na 2 dagen zon en zee rijden we weer het binnenland in. De Great Alpine Road vliegt onder de banden door. Op weg naar Bright (leuke naam, laten we het hopen!). Binnen 2 uur zijn we van zeeniveau naar 1800 meter gestegen. Onnodig te zeggen dat dit met het nodige bochtenwerk ging. Het landschap is desolaat. Je kunt goed zien welke verwoestingen het aanleggen van skipistes heeft veroorzaakt. In deze tijd van het jaar zijn al die luxe resorts verlaten spooksteden. Het seizoen start over 2 maanden. Het uitzicht is in tinten grijs door de vreemde (dode??) begroeiing. We dalen weer af naar Bright waar de temperatuur beslist aangenaam te noemen is. De vesten blijven achter in de camper en we wandelen onder de kleurende loofbomen door. Helaas zijn we ongeveer 2/3 weken te vroeg om de 'Indian Summer' van Australië mee te maken. Nog lang niet alle bomen tonen hun herfsttinten. Maar een aantal wel en dat geeft ons een goede impressie van hoe mooi het hier dan zal zijn.

De volgende dag rijden we de 'Gourmet and Wine Road'. Langs deze route liggen verschillende wijnhuizen die - net als in Zuid-Afrika - wijnproeverijen met uitstekende lunches aanbieden. De druivenpluk is in deze streek in volle gang. Enorme eucalypthusbomen staan langs de kant van de weg, maar koala's zien we niet. Overigens ook geen kangaroo of wombat. Het meeste wild is alleen 's nachts actief en slaapt overdag. Helaas zien we ze wel dood langs de kant van de weg liggen. De enorme roadtrains denderen vooral 's nachts over de wegen en remmen nergens voor ( kunnen ze overigens ook niet zo snel)! In deze streek heeft ook de beruchte Ned Kelly gewoond. Eigenlijk een doodordinaire struikrover/bandiet maar hij wordt in Australië vereerd als een moderne Robin Hood, wat hij zeker niet was! Zijn leermeester was ene Powers. Zijn schuilplaats was een hooggelegen grot vanwaar hij alle wetsdienaars zag aankomen. Helaas moest hij ook een keertje slapen en werd toen gepakt. Maar het uitzichtspunt is prachtig! We eindigen in Taggerty op een rustige camping. Behalve bij zonsopgang en -ondergang. Dan is er een kakafonie van vogelgeluiden. Vogels in allerlei kleuren en met allerlei melodieuze zangtonen zingen hun kelen schor. Nou ja....de kakatoes schreeuwen meer! Maar die zijn weer zo mooi!

We rijden naar Lake Eildon met zijn stuwdam/meer. Het waterniveau in het meer was de afgelopen jaren door de droogte teruggelopen naar 18%. Dankzij de overvloedige regen van de afgelopen maanden staat het nu voor 82% vol. Dit tot vreugde van de Victorians, maar of wij met al die regen nu zo blij zijn is de vraag. We gunnen het ze natuurlijk wel! Door het Cathedral Range S.P. rijden we naar Marysville. Tussen Taggerty en Marysville was in februari 2009 een enorme bosbrand die alles op zijn pad verwoestte. In Cathedral is dus sprake van een opbouwend bos. De zwarte staken van de eucalypthus steken boven de nieuwe begroeiing uit. De natuur is bezig zichzelf te genezen. Uit de zwartgeblakende stammen komen nieuwe loten die zullen uitgroeien tot takken. Maar ook de bewoners van Marysville e.o. moesten hun huizen opnieuw opbouwen. En ook dat gebeurde. Uit de as verrees een nieuw stadje waar ook de mensen hun leven weer hebben opgepakt. Verder naar Healesville waar het sanctuary is waar dieren terecht kunnen als ze verzorging nodig hebben. Een soort dierenziekenhuis dus. Speciaal voor de oorspronkelijke dierenbevolking van Australië. Alle soorten zijn hier aanwezig. Vooral na de bosbrand van 2009 zijn hier veel gewonde dieren opgevangen, genezen en weer teruggezet in de natuur. Kinderen en volwassenen krijgen uitleg en komen zo van alles te weten over hun favoriete dier. We worden om 17.00u. vriendelijk verzocht het park te verlaten. Ook de dieren hebben hun rust nodig!

Vannacht is de regen weer met bakken uit de hemel komen vallen. Zou het Lake Eildon nog wat verder aangevuld zijn? Tot bijv. 85% of zo! Maar 's morgens schijnt de zon weer en belooft het een prima dag te worden om door de Dandenong Ranges te rijden. We rijden langs ravijnen met metershoge boomvarens en torenhoge Eucalypthus Regnans die wel 100 meter hoog zijn. We komen ook de Puffing Billy Steamtrain 2x tegen. Filmen natuurlijk! In Gembrook staat een stoomloc uit 1901 te puffen om straks terug te stomen naar Belgrave. De machinist neemt uitgebreid de tijd om met Henk te praten over de specifieke kenmerken van deze stoomloc. Hij mag zelfs even plaatsnemen in de loc en wat hendels uitproberen. Genieten natuurlijk! Hij neemt afscheid van ons met een paar paaseitjes! We besluiten nog een stukje door te rijden naar Grantville. Daar komen we terecht op een camping met 174 sites ( staat in de gids) met zeggen en schrijven 3 powered sites voor trekkers zoals wij. De rest is gewoon permanent bewoond. Dat geeft een apart sfeertje. Iedereen kent elkaar, veel van hen zijn werklui die hier in de buurt een klus hebben. Onze camper trekt veel bekijks. Iedereen mag van ons even kijken hoe zo'n ding er van binnen uitziet. No worries, mate! Morgen beginnen hier de 5 vrije dagen rondom Pasen en ANZAC-day. Dus maar wat voorraad in huis gehaald bij Coles. Bij besteding boven de $50,- krijg je 4ct. korting per liter bij de benzinepomp. Mooi meegenomen, nietwaar. We blijven Hollanders, ook Down Under!

Wel of niet naar Phillip Island that's the question! Het wordt dus niet! De zeehonden zijn er niet in deze maanden, het wordt er waarschijnlijk loeidruk i.v.m. die vakantie en de pinguins komen pas uit zee als het donker wordt. Dus gaan we Morningtons Peninsula verkennen. En dat is ons goed bevallen. Het waait lekker hard en dat met een lekker zonnetje, zo hoort het als je boven op de klippen staat. De branding brult en de wind fluit. Heerlijk uitwaaien! Bij Cape Schanck maken we een wandeling -via een heleboel trappen - naar beneden (en dus ook weer omhoog). Ons avondeten hebben we zo ook weer verdiend. We parkeren onze camper in een beschut stukje bos en eten ons boterhammetje in de zon en uit de wind. We tuffen vervolgens naar Point Nepean. Historisch gezien een interessant stukje Australië. In tegenstelling tot Sydney waar de immigranten dus gedwongen naar toe moesten (straf), gingen de kolonisten vrijwillig naar Melbourne en omgeving. Daar waren immers ideale omstandigheden om te 'farmen'. Het meegebrachte vee moest dan wel eerst in quarantaine en ook zieke mensen mochten niet meteen aan land. Die quarantaine gebouwen waren dus op Point Nepean. Daarna werd het een militaire basis ( de verdedigingswerken kun je ook bekijken). Pas kortgeleden werd het natuurgebied teruggegeven aan de bewoners van dit land. Grote delen zijn nog afgezet omdat er nog allerlei munitie ligt in de duinen. Toen het nog een militaire basis was kwam ook de minister-president van het land ( in 1967 was dat Harold Holt) even uitrusten in een daarvoor bestemd cottage. Op een kwade dag ging hij zwemmen om vervolgens spoorloos te verdwijnen. Waarschijnlijk dus verdronken, maar er werd van alles gespeculeerd. Het heeft hem in ieder geval een monument opgeleverd. Dat is meer dan de meesten kunnen zeggen.

We eindigen op een camping in de buurt van Melbourne waar we 3 nachten blijven staan om de paasdagen door te brengen en natuurlijk Melbourne te bezoeken. Hopelijk kunnen we ook gebruik maken van internet. Ze beloven van alles op de campings, maar kunnen het vaak niet waarmaken. In Chili, toch niet het meest moderne land, was internet beter geregeld dan hier. En dat vinden wij opmerkelijk!

New South Wales

New South Wales:

9 april: Toch wel een dag waar we naar hebben uitgekeken. Vandaag halen we onze Apollo Eurotourer op. Die is dan de komende 44 dagen van ons, tot aan Perth. Daar ruilen wij hem in voor een andere. Hij is 7 meter lang op basis van een VW-Crafter. Het blijkt een automaat te zijn. Aan boord hebben we een toilet/douche-ruimte. Die proberen we zo weinig mogelijk te gebruiken, we staan immers meestal op een camping. Een magnetron (wordt op dit moment gebruikt als opslagruimte) en een 3 pits gastoestel. Ook de afwas kunnen we gewoon in deze camper doen. Geen gesjouw dus met de vuile vaat! We moeten wel iedere avond de eethoek omtoveren tot een bed. Maar dat is dan ook wel 1,7m bij 2 meter. We kunnen dus verstoppertje spelen! We zorgen eerst dat de koelkast en de voorraadkasten worden gevuld. De Coles (soort AH) heeft een goede klant aan ons. We kopen ook wat extra kookspulletjes, want het basispakket is wel erg karig. Uit ervaring weten we dat een goede koekenpan en een wok handig zijn, die kopen we dus voor de komende weken. In Darwin (na 11 weken) geven/gooien we die gewoon weg. Kosten: 2 AD per week = € 1,50. Zo'n eerste keer boodschappen doen kost veel tijd. Je kent de winkel en de producten niet. En je hebt natuurlijk veel basisspullen nodig. Ook de overdracht van de camper kost je wel anderhalf uur. Pas in de middag rijden we dus naar de Blue Mountains. Die liggen ten westen van Sydney en zijn rond de 1200m. hoog. Niet zo erg hoog, maar wel in één keer omhoog. In het park staan duizenden eucalypthusbomen die etherische olie afscheiden die de omgeving een zachtblauwe waas geven. Vandaar de naam. Het is voor de mensen van Sydney (vooral op warme dagen) een geliefd recreatiegebied. We zoeken een camping op in Katoomba en pakken onze tassen uit. Geen gezeul meer met bagage. Geen gezoek in die reistas, alles heeft een vaste plek. Stoeltjes buiten, tafeltje uitklappen, koffie zetten.....zo! Liever een koud biertje...kan ook! Fris glaasje witte wijn...ook geen probleem. U roept...wij schenken! Wat zeg je....blokje Hollandse Gouda kaas....hoe groot wil je de blokjes hebben?

De volgende ochtend is het wandeltijd. De Prince Henry Cliff Walk start vanaf de camping. We lopen de trail die een paar mooie lookouts heeft over de Jamison Valley. Aan het eind ligt Echo Point met uitzicht op de Three Sisters. Zo te zien waren dat er 5, maar 2 zijn er helaas overleden. Volgens een Aboriginal legende waren dat de zussen Gunnedo, Meenhi en Weemala. Toen hun vader er achter kwam dat zij op vrijerspad waren, veranderde hij ze voor straf in zandstenen rotsen. Dat verhaal komt in alle culturen weer tevoorschijn. Eenmaal terug op de camping nemen we afscheid van onze tijdelijke buren. Een ouder echtpaar uit Brisbane, op de terugweg naar hun - net niet ondergelopen - huis. Ze hebben zijn zuster in Canberra bezocht, dat doen ze één keer per jaar. Loeigrote caravan met een bakbeest van een pick-up truck. Voorop een kangaroo-vanger. Die wil je toch niet door de voorruit hebben! We smeren een boterhammetje terwijl ondertussen donkere wolken dichterbij komen. Dat ziet er niet goed uit. En jawel hoor....tijdens onze rondrit (Leura en Blackheath)door de omgeving komt het water met bakken uit de hemel vallen en het houdt niet meer op. 's Nachts koelt het af tot 5 gr. Ik kan jullie vertellen dat het dan ijskoud wordt in zo'n camper! Sokken aan in bed!

Maar de volgende dag schijnt het zonnetje af toe door de wolken heen. We rijden terug naar de kust. De Grand Pacific Drive loopt door het Royal N.P. en vele kleine kustplaatsjes met prachtige zandstranden. Niet overal kun je veilig zwemmen, de branding is dan te gevaarlijk. Het weer wordt steeds beter, de wind gaat liggen. Voor de blowhole bij Kiama is dat jammer. Die werkt dan niet. Hij laat een zielig kuchje zien. Geen 60 meter de lucht in. We maken wat korte wandelingen en eindigen in Shoalhaven Heads. We hebben de doucheruimte voor ons alleen. 6 douches en evenzoveel toiletten om uit te proberen. Ienemienemutte...!

We gaan het binnenland weer in en rijden via Kangaroo Valley naar Canberra. Om deze vallei te bereiken moet je flink klimmen. Met een bus van 7 meter haarspeldbochten rijden op een smal weggetje vergt goede stuurmanskunst. We lopen naar de Fitzroy Falls. Indrukwekkend vallen die 120 meter naar beneden in de 684 meter diepe kloof. Tegen 4 uur bereiken we Canberra. In verband met de vakanties hier is het vinden van een plaats niet gemakkelijk. Het lukt uiteindelijk na 3x om iets te vinden. Niet geweldig, maar wel dicht bij de stad. Dat is handig voor morgen.

Canberra, de hoofdstad van Australië. Speciaal ontworpen door Burley Griffin. Het spreekwoord: Waar twee honden vechten om een been, loopt de derde er mee heen is hierop van toepassing. Zowel Sydney als Melbourne meenden recht te hebben om zich de hoofdstad van Australië te noemen. Ze konden het niet eens worden en dus werd Canberra gebouwd, tussen de 2 steden in. De naam is afgeleid van het Aborigine woord Kamberra, dat ontmoetingsplaats betekent. Het ligt in het Australian Capital Territory (ACT), dat geen eigen federatie is. Het valt, net als het Northern Territory, rechtstreeks onder het landsbestuur. Het is een echte ambtenarenstad (62%). Logisch, want alle overheidsgebouwen staan hier. Ruim opgezet met brede wegen. Geen hoogbouw, grond genoeg. We hebben een aantal dingen op het programma staan. Maar al bij het Australian War Memorial blijkt dat niet haalbaar. Dit is een indrukwekkende gedenkplaats voor alle - in verschillende oorlogen en vredesmissies - gesneuvelde militairen. Als lid van de Commonwealth had Australië de plicht om Groot-Brittanië te helpen in oorlogstijd. En dat deden ze met veel plichtsbesef. Procentueel gezien (dus als je kijkt naar het aantal inwoners) zijn er meer Australiërs omgekomen in de 2 wereldoorlogen dan Britten. En dat is niet algemeen bekend. De herdenkingsplaats is stemmig en eenvoudig. Op een lange muur staan de namen van de omgekomen soldaten. Bloemetjes van familieleden worden gestoken in de richel naast de naam. Allemaal hetzelfde, allemaal rood. Het zijn er ongelooflijk veel. Vrijwilligers geven gratis rondleidingen en tonen veel kennis van zaken. Daarnaast is een prachtig en zeer gedetailleerd museum over alle oorlogen en missies waar ze aan hebben deelgenomen of nog steeds doen. Australische soldaten sneuvelen nog steeds in Afghanistan. Ook zij worden vermeld. Confronterend is de ruimte die nog leeg is onder de laatste naam! We komen bijna niet weg uit dit Memorial. De tribunes staan al klaar voor ANZAC-day op 25 april. (te vergelijken met 4 mei bij ons) ANZAC betekent Australian New Zealand Army Corps. Maar we willen nog meer zien. We rijden Mt.Ainslie op voor het uitzicht op de structuur van de stad, we wandelen en luisteren naar het Carillon, we lopen de Magna Carta Walk die langs zowel het oude als het nieuwe parlement gaat. Opvallend is de Tent Embassy van de Aborines vóór het oude parlement. Het is een protest: zij voelen zich buitenlander in hun eigen land en willen dus een ambassade. Met een gids bekijken we de parlementszaal (150 leden) en de Senaat (zoals in de V.S.). Zij vertelt over de werking van de democratie in dit land. Ook vertelt ze dat alle mensen verplicht zijn te stemmen. Je moet een goede reden hebben om geen boete te krijgen. Een wereldreis is bijvoorbeeld geen reden, ook als je in het buitenland bent, moet je je stem uitbrengen. In de senaatszaal staat een houten beeld van een emoe en een kangaroo. Het is symbolisch bedoeld: 2 Australische dieren die niet achteruit kunnen lopen, het land wil ook alleen maar vooruit! We lopen op het grasdak van het parlement. Dat is nl. ingebouwd in een heuvel en dat is ook symbolisch bedoeld. Het volk is de baas en staat dus boven de vertegenwoordigers. We rijden nog even door de ambassadewijk. Enkele landen hebben hun best gedaan om iets van hun identiteit in het gebouw te leggen. De Nederlandse Ambassade laat het bij een oranje timpaan. Een gemiste kans! En dan is de dag écht vol. Het Museum of Australia lukt niet meer. Jammer, maar in Melbourne is er weer een nieuwe kans omdat wij vooral geïnteresseerd zijn in de koloniale ontwikkeling en de invloed daarvan op de Aborigines. Canberra is ons zeer goed bevallen. Inderdaad komt het wat zakelijk en stijfjes over. Spottend wordt het 'de best verlichte begraafplaats van Australië' genoemd. Maar interessant is het zeker wel!

Hierna stonden eigenlijk de Snowy Mountains op het programma. We hoorden gisteren bij het Visitors Centre, dat de eerste sneeuw daar al was gevallen. Veel en veel te vroeg. Het is er mistig en koud en er wordt weer neerslag voorspeld voor de komende dagen. Bij bedanken vriendelijk voor de eer om daar deelgenoot van te zijn. We hebben al genoeg kou gehad dus draaien we het stuur richting de kust. Via Cooma rijden we een mooie route naar Bermagui. Het zonnetje schijnt weer, stoeltjes en tafel komen weer tevoorschijn en we eten lekker buiten. Zo zien we het graag! Tijdens de wandeling komen we veel vissers tegen die hun maaltje voor vanavond aan de lijn willen hebben. Twee mannen zijn daar heel goed in geslaagd. Ze maken de vissen schoon op speciaal daarvoor gemaakte tafels in het haventje. Die hoeven de komende dagen geen hengel meer tevoorschijn te halen. Wat een vangst! Het laatste stuk van New South Wales gaat voor ons langs de kust. Baaitjes waar geen mens te zien is en waar de hoge golven stukslaan op het strand.

Sydney

SYDNEY

Met hoofdletters geschreven, want wát een geweldige stad is dit. De relaxte sfeer van deze wereldstad voel je meteen als je aankomt. 'No worries, mate' is hier echt een goede uitdrukking. Maak je niet druk...alles komt goed. En alles is ook goed geregeld. De trein vanaf de luchthaven brengt ons in 20 minuten Circular Quay. Daar komt alles samen: trein, boot, bus en (water)taxi. En tóch is het er geen chaos. Bovendien word je meteen geconfronteerd met de 2 iconen van deze stad: De Sydney Harbour Bridge en het Opera House. In volle glorie...weer of geen weer! De boot naar Manly vertrekt altijd precies op tijd, maar toch wacht de portier even als hij ons ziet aankomen met de bagage...no worries mate, sit down and relax!

Wat hebben we er goed aan gedaan om te kiezen voor Manly als uitvalsbasis voor deze 5 dagen. De overtocht van 30 minuten is telkens weer een cadeautje. Langs het Opera House, langs de Harbour Bridge en door Sydney Harbour varen. Of het nu ochtend is met de zon boven je, of 's avonds als de lichtjes van de skyline je stil maken...het is telkens weer een belevenis! We zijn zelfs een keertje 's avonds heen en weer gevaren....just for fun! Ook Manly Loft (zeg maar de zolderverdieping van een woonhuis) voelt iedere keer weer als thuiskomen. Meteen de deuren van het balkonnetje open en genieten van de geur van de frangipane, het uitzicht over Manly Harbour, de bontgekleurde vogels in de boom en het geluid van de golven die tegen de kust slaan. Kortom...Sydney is een feest!

Even wat feitjes: Er wonen zo'n 4,5 miljoen mensen (dat is 1/5 deel van alle inwoners van Australië), de stad is zo groot als onze provincie Utrecht, er valt zo'n 1200mm. regen per jaar (die voelt aan als een warme sproeinevel, je droogt zo weer op) en de zon schijnt er eigenlijk altijd minstens een paar uur per dag. Alhoewel de Aborigines hier dus al eeuwen woonden, begint de geschiedenis van de stad in 1770 als James Cook met zijn schip 'Endeavour' de vlag van Great Britain plant op deze bodem. Willem Janszoon met zijn schip 'Duyfken' was hem in 1606 al voorgegaan, maar jullie weten het al.....geen belangstelling! Goed....James Cook dus. Hij ging voor anker in Botany Bay. Joseph Banks, de botanist aan boord, was zo enthousiast over dit land dat hij het parlement voorstelde om hier een kolonie te stichten. Dat deden ze ook, maar anders dan Banks bedoeld had. Er was een groot tekort aan gevangeniscellen in GBr. Veroordeelden werden vastgehouden op schepen om naar de VS te worden gestuurd. Maar die wilde dat zooitje niet meer hebben. En de rest is dus geschiedenis....ze gingen naar Australië. Lekker ver weg! Rond 1850 kwamen de eerste vrijwillige emigranten, mede doordat er goud gevonden werd in de buurt van Melbourne. Koorts was het gevolg! Sydney was opeens niet meer de belangrijkste stad. Later daarover meer.

Om vrij te kunnen reizen in Sydney hebben we een weekkaart gekocht: My Multi nr.2. Daarmee kun je vrij reizen door Groot-City. Alle vervoermiddelen mag je gebruiken, behalve de monorail en de fastferry's. Die weekkaart kost 48 dollar p.p. Natuurlijk beginnen we met Circular Quay en omgeving: The Rocks, Opera House en Harbour Bridge. The Rocks is het oudste deel van Sydney. Daar staat ook Cadmans Cottage, uit 1816. Cadman was een veroordeelde (hij had een paard gestolen) die na zijn vrijlating de supervisie kreeg over de vloot van de Gouveneur. De wijk wordt in tweeèn gesplitst door de brug. Oude pakhuizen zijn restaurants of winkeltjes geworden. De wijk werd in 1900 grotendeels gesloopt omdat hier de builenpest was uitgebroken. Maar wat er nog van over is ademt wel de sfeer uit van de 19e eeuw. Dan volgt de klim naar de Harbour Bridge. Eerst 200 trappen omhoog om op de brug te komen, dan nog 200 trappen om bovenop de Pylon Lookout te komen. Tong op de schoenen! De brug wordt door de sydneyers ook we `de kleerhanger` genoemd...laat zich raden waarom! Het domineert de haven, veel meer dan de Opera. Met de bouw werd begonnen in 1924 en overbrugt 503 m. Acht jaar later was hij klaar. Hij heeft 7 rijbanen, 1 fietspad, 1 voerpad en 1 treinspoor. De opening van de brug verliep niet helemaal volgens verwachting: De premier stond al klaar met de schaar in de hand om dat lintje door te knippen....de toespraak werd gehouden...en toen was daar opeens Francis de Groot op een paard en met een zwaard....hopla, lintje doormidden. Dat kon natuurlijk niet dus werd het lintje weer aan elkaar geknoopt en door de juiste persoon doorgeknipt. Het uitzicht bovenop de Pylon (bruggenhoofd) is geweldig. We zien een groep brugklimmers omhoog gaan, veilig geketend aan een stalen draad, we zien in de diepte het Opera House. De auto's op de brug zijn dinky-toys. De veerboten zijn 1 cm.groot...nou vooruit 2 cm. Weer al die trappen naar beneden, want we moeten naar het Opera House. Voor Australië is dit gebouw nét zo belangrijk als de piramides voor Egypte en de Eiffeltoren voor Parijs. Het staat op deze plek omdat dáár ruimte was gekomen door het verdwijnen van de tram en de remise. Die kale plek moest opgevuld worden. Er werd een internationale competitie gestart die gewonnen werd door de Deen Utzon. Vooral het dak was belangrijk, omdat dat van alle kanten bekeken kon worden. Het ontwerp gaf veel problemen: Er was geen pilaar in het midden, dus de constructietekening liet jaren op zich wachten. Het dak heeft 1 miljoen tegels (half glanzend wit en half mat roomkleurig). Maar zoals zo vaak bij geniale geesten: Het budget van 7 miljoen was niet voldoende, het werden er 100 miljoen. En dan nog met allerlei aanpassingen die Utzon niet wilde. Hij ging terug naar Denemarken om nooit meer terug te keren. 3 Anderen architecten kregen de ondankbare taak om het af te maken. Geld voor een passend interieur was er niet meer. We bekijken het gebouw uitgebreid aan de buitenkant, de tour binnen doen we niet. We willen nog even de natuur in, onze voeten willen dat niet, maar wij zijn de baas, nietwaar? In de Botanic Garden staan behalve veel bomen en planten ook een aantal gebouwen waaronder het Government House. In de bomen hangen honderden vliegende vossen. 's Avonds vertrekken die massaal naar de brug om insecten te vangen. Ook worden we vermaakt door de Sulphur Cresent Cockatoo's. We wandelen terug naar Circular Quay voor ons cadeautje....de terugvaart naar Manly. De voeten hadden gelijk: Veel te veel op één dag, maar wát een stad!

De tweede belangrijke haven is Darling Harbour. Dit is het moderne, nieuwe uitgaanscentrum waar ook veel belangrijke musea zijn. Je vindt het mooi of niet. Wij horen bij de laatste groep en vinden het vrij sfeerloos. We besluiten om, verdeeld over 2 dagen, naar het Sydney Aquarium en Sydney Wildlife World te gaan. Het eerste geeft een beeld over het leven onder water in heel Australië. Je loopt door lange, glazen tunnels tussen de vissen, haaien en Dugongs (zeekoeien) Omdat sommigen elkaar wel lekker vinden zijn er verschillende onderwatertunnels. Ook de platypus zien we voorbij zwemmen. Dit is wellicht het vreemdste dier ter wereld. Het lijkt een dier dat uit verschillende delen van andere dieren bestaat. Het legt eieren, maar zoogt haar jongen. Kortom...van alles wat! Sydney Wildlife World is eigenlijk de tegenhanger van het aquarium: Nu betreft het de in Australië voorkomende landdieren. Daar maken we kennis met vlinders, insecten, spinnen,slangen, koala's, kangaroo's, wombats, possums, Cassowary en een 7 meter lange en 700 kg zware zoutwaterkrokodil (salty). De meest dodelijk spin ter wereld, de Redbackspider, is 12 mm. groot. En in dit geweldige land leven ook de 6 meest dodelijke slangen. We zullen proberen ze te onthouden....voor het geval dat! Het zijn beide leuke musea, waar je gemakkelijk een dag mee kwijt bent. We nemen ook een kijkje in de Chinese Garden of Friendship, aangelegd door tuinlieden uit Guangdong (zusterstad van Sydney). Daar heerst een oase van rust en is een balans geschapen tussen Yin en Yang. Die moeten wij duidelijk nog vinden! Het laaste museum dat we bezoeken (op weer een andere dag) is het Australian Museum. We bezoeken daar de afdeling die gaat over de geschiedenis van de Aborigines in Australië. Ook daarover later meer. De afdeling is met veel respect voor hun cultuur opgezet. Bijzondere aandacht is besteed aan de 'lost Generation'. (het jarenlang weghalen van aborigine kinderen om opgevoed te worden in blanke gezinnen en daarmee het verlies van hun eigen identiteit) In Hyde Park bekijken we het ANZAC memorial.

Geen bezoek aan Sydney zonder Bondi Beach en Manly Beach. De tweede is een makkie, als het ware om de hoek. Voor Bondi moeten we een flinke busrit maken, dwars door de stad. Maar die gaat wel door verschillende wijken heen, ieder met hun eigen stijl. Het is mooi weer, maar rustig op het strand. Het winterseizoen is begonnen en geen vakantie of weekend. De beroemde strandwachten zijn er altijd om een oogje op het water te houden. En streng zijn ze ook. Tussen de vlaggen blijven, anders kun je het strand verlaten! Tegen de rotsen aan, daar waar de golven het hoogste zijn, is het terrein van de surfers. We lopen het hele strand over, tot de knieën in het water (dat inderdaad behoorlijk trekt) en bekijken op onze billen in het zand de activiteiten van de surfers. No worries, mate! Wij komen onze tijd wel door.

Vandaag hebben we de Yin en Yang in balans. We beginnen het te leren

Morgen (9 april) gaan we de camper ophalen. Voor de komende 10/11 weken ons rijdende huis.

Tasmanië 2

Tasmanië: deel 2

Vandaag gaan we naar de andere kant van het eiland nl. naar Cradle Mountains. Maar eerst moeten we een heel stuk rijden om daar te komen (440 km.). Na de inspanningen van gisteren vind ik dat niet zo erg. Natuurlijk stappen we onderweg verschillende keren uit om de uitzichten van Tasmanië te bewonderen. Dat uitstappen gaat maar moeizaam, vooral de bovenbenen willen niet meewerken. We rijden langs te kust tot St. Helens. Onderweg komen we langs baaien waar niemand te vinden is en het is toch zo'n 21 gr. Moet je dan eens op de Nederlandse stranden komen! Tot aan Launceton rijden voor hoog heuvellandschap door prachtige regenwoudbossen met indrukwekkende bomen en hoge varens. Je kunt zien dat het hier de afgelopen weken veel geregend heeft. Zoveel, dat Launceton onder water dreigde te komen staan. Gelukkig gebeurde dat nét niet. Jammer dat we te weinig tijd hebben om hier wat langer rond te kijken. Er staan nl. prachtige huizen in georgian stijl. Het doet zo oud-engels aan dat je bijna zou vergeten dat je in Australië bent. Overigens werd in deze stad beslist (1835) dat er toch echt een nieuwe nederzetting op het vasteland moest komen: het huidige Melbourne, de 2e stad van Australië! (Dat met zijn 4 miljoen inwoners 8x zoveel mensen heeft dan Tasmanië) Helaas moeten we dus doorrijden naar Cradle Mountain Lodge. Hier is het niet alleen koud (4 gr.) maar ook nat. Snel de haardkachel aan om het een beetje warm te stoken. Als we naar de lodge lopen om een hapje te eten zien we een Tasmanian Pademelon. Dat is een soort wallaby. In de cabin zetten we nog een lekker bakje koffie en luisteren naar The Corrs. De voeten strekken we uit naar het haardvuur...that's our life just now!

Cradle Mountain staat op de lijst van Unesco Werelderfgoed. De toppen komen tot 1600m. Ene Gustav Weindorfer, oorspronkelijk uit Oostenrijk, vond dit het meest unieke natuurgebied van Tasmanië en heeft er jarenlang naar gestreefd om het gebied als N.P. erkend te krijgen. In het park staan o.a. King Billy Pines die 1500 jaar oud kunnen worden. (Hoe ze aan die rare naam komen weet ik niet) Delen van dit park zijn nog een oorspronkelijke wildernis, dat betekent dat er nog nooit mensen zijn geweest (voor zover ze dat weten natuurlijk). De gebieden zijn wel vanuit de lucht in kaart gebracht. Dat maakt het ook zo uniek. De Holiday Park Pass is overigens ook hier gewoon geldig (foutje in de reisgids)

Vandaag staat helemaal in het teken van wandelen. We lopen de (langere) wandelroute die langs het Lake Dove loopt. Weer heuveltje op, heuveltje af. Ik begin eraan te wennen. Ik zal wel moeten! Een deel van de route loopt door het gematigd regenwoud. We zien Myrtles, King Billy Pines, Sassafras en de vreemde Pansani's. Het is er zo vochtig, dat mossen en varens welig groeien. Alles buitelt over elkaar heen. Chaos is het bos. We wandelen ook over het (korte) leerpad bij Waldheim Chalet. Ter nagedachtenis aan Weindorfer is dit weer opnieuw opgebouwd. Ook lopen we bij de lodge over de 'Enchanted Walk', een korte boardwalk. Onderweg komen we opnieuw Wallaby's en de Tasmanian Pendamelon tegen. Zoveel zelfs, dat we op een gegeven moment niet meer stilstaan. Het is de zebra van Tasmanië.

Op 1 april gaan we richting Strahan (spreek uit als strawn). Het is vandaag één lange regenbui. Ruitenwissers staan soms op dubbele snelheid. We beginnen bij 'Devils at Cradle'. (http://www.devilsatcradle.com/)

Dit is een centrum waar onderzoek wordt gedaan naar doodsoorzaak nr. 1 onder de Tasmaanse Duivels: kanker rondom de bek. Daarnaast fokken zij de diertjes ook om ze weer terug te zetten in de natuur. Bij het grote publiek staan ze bekend als agressief, ook tegen elkaar. Dat zou ervoor zorgen dat deze vorm van kanker zich snel verspreidt. Het is nl. de enige vorm van kanker die via contact wordt overgedragen. De onderzoekers vinden de Devils niet agressief. Het is een manier van omgaan met elkaar. Ze bijten elkaar niet, maar slaan met de zijkant van de kaken tegen elkaar. Helaas kan daardoor de kanker zich óók verspreiden. Het is een genetische afwijking die plotseling tot leven is gekomen en de Devils bijna heeft uitgeroeid. Aangezien de diertjes allemaal aan elkaar verwant zijn (vanwege de geïsoleerde ligging van Tasmanië) is het vinden van een oplossing moeilijk, zo niet onmogelijk! Er wordt aan gewerkt! De website is informatief met filmpje.

In Zeehan ( genoemd naar de boot Nederlandse boot 'Zeehaen') lopen we door het West Coast Pioneer Museum. In dit stadje met 500 inw. is men trots op dit museumpje. En dat is te zien...! Het regent buiten steeds harder, dus we blijven wat langer hangen en bezoeken ook het ooit zo glorieuze theater. Het heeft de echte ouderwetse grandeur van vroeger, toen de stad nog 10.00 inwoners had. Tja...dat waren de hoogtijdagen van de mijnbouw....the good old days! Hopelijk is het weer morgen een beetje beter. Dan hebben we geboekt voor 'The World Heritage Tour' over de Gordon River die diep doordringt in de wildernis van zuidwest Tasmanië. Risby Cove is ons slaapadres. We krijgen 'the Boat Shed', die direct aan de waterkant ligt en uitkijkt over de vissershaven. Geweldige locatie met een goed restaurant. De roasted duck smaakt heerlijk en van het toetje lust ik er wel 10 !

Dikke wolken boven Strahan, maar voorlopig geen regen. 300 Dagen per jaar valt er neerslag, dat zal vandaag niet anders zijn. Het winterseizoen is hier begonnen. We varen naar de smalle doorgang vanuit de zee naar de Macquarie Harbour, ook wel Hells Gate genoemd. Uitleg overbodig! We meren aan bij Sarah Island. Daarop bevinden zich de resten van een onmenselijk strafkamp. Gevangenen waren zo wanhopig over de behandeling dat ze tot moord overgingen om maar de doodstraf te krijgen. Dan waren ze tenminste weer 'vrij'. In 1834 werd het kamp opgeheven en de resterende gevangenen werden overgebracht naar... Port Arthur. Van de regen in de drup zullen we maar zeggen.! Na een heerlijke lunch aan boord varen we verder over de Gordon River door het gematigde regenwoud waar nog Huon Pines groeien. Deze houtsoort was zeer geliefd bij scheepsbouwers omdat het waterafstotend was en niet rotte. Helaas had dit wel tot gevolg dat de boom bijna uitgestorven raakte. Er geldt nu een verbod op kappen. In dit ondoordringbare gebied worden nog steeds gevelde bomen gevonden. Die mogen wel gebruikt worden. En dat kan dus omdat ze een hoge houdbaarheidsdatum hebben. De tour eindigt in een houtzagerij waar we een demonstratie te zien krijgen. Een prachtige en afwisselende excursie!

Vannacht wordt de tijd een uur naar achteren gezet, Dat levert een tijdverschil van 8 uur op met Nederland. Bij jullie de zomertijd, hier gaat de wintertijd in. Brrr......! Maar wel een uurtje langer slapen, dat is toch mooi meegenomen.

Het is alweer 3 april en dat betekent ook de laatste volle dag Tasmanië. Morgen gaan we op weg naar Sydney. Maar eerst de Lyell Highway. Die loopt precies op de grens van Cradle Mountain/Lake St. Claire N.P. en Franklin-Gordon Wild Rivers N.P. Zo, ze houden hier wel van lange namen. Voor de verandering komt een waterig zonnetje eens een kijkje nemen dus gaan we vol goede voornemens op stap. Er staan 3 wandelingen op het programma. Helaas worden er dat maar twee, allebei naar een waterval.....of we nog geen nattigheid genoeg hebben, want al gauw daalt ook die fijne drizzle weer op ons neer. Maar de route is weer prachtig.

We zijn blij dat we gekozen hebben voor Tasmanië om onze reis door Australië te beginnen. Bijna de helft van dit eiland bestaat uit nationale, dus beschermde, parken. Natuurschoon genoeg! Ook de bewoonde wereld is klein maar fijn. Hobart is echt leuk om een paar dagen te bekijken. Als er al iets is dat tegenvalt dan zijn dat de prijzen in winkels en restaurants. Die liggen echt boven het Nederlandse niveau en dat hadden we niet verwacht. Ook de benzineprijzen zijn, net als in Europa, flink gestegen en we hebben nogal wat kilometers voor de boeg met de camper. Maar dat is iets waar we ons maar niet druk over maken. Morgen naar het 'vaste land'......Sydney, we komen er aan!

Tasmanië 1

Geland op Tasmanië

De luchthaven van Singapore is nooit saai. Naast de zeer goede faciliteiten valt er ook veel te zien. Ga gewoon op een bankje zitten en laat het leven aan je voorbij komen. Zoveel verschillende mensen met ieder zo zijn eigen gewoontes. De wereld is van iedereen en iedereen gaat ook naar andere werelden. Wat kunnen we soms toch moeilijk doen over dat 'anders' zijn. Aangekomen op de luchthaven van Melbourne (tijd +10 uur)nemen we de horde van de Australische douane. Je kunt maar beter ervoor zorgen dat alles op dat formuliertje klopt. Het meisje bij de paspoortcontrôle waarschuwt ons: Ze kunnen soms heel moeilijk doen over kleine dingen. Bijvoorbeeld over de Mentos, die je nota bene van Qantas hebt gekregen of over een verkeerde hotelnaam. Maar alles loopt op rolletjes, zélfs het rolletje Mentos mag mee! De overstap naar het vliegtuig dat ons eindelijk op de plaats van bestemming zal brengen (Hobart) halen we gemakkelijk. En dan landen we dus met onze voeten 'Down Under' op Australische bodem. Dat voelt goed.....we zijn er ! Wat een poppenhuisvliegveldje vergeleken met Singapore! Binnen 25 stappen sta je weer - met bagage - buiten. De auto wordt opgehaald, een Hyundai i30. Helaas passen de 2 tassen met niet in de kofferbak. De hoedenplank gaat er dus uit.

TASMANIË: vernoemd naar onze eigen Abel Tasman. Hij ging als eerste Europeaan in 1642 aan wal, noemde het Van Diemensland en draaide vervolgens weer om. De Britten wilde het een kleine 200 jaar later wel hebben, al was het alleen maar om aartsrivaal Frankrijk te pesten! Ze vonden het wel geschikt als strafeiland voor de bannelingen die zich in Sydney niet wisten te gedragen. Tegelijkertijd vonden zij het nodig om een einde te maken aan het bestaan van de Aboriginals. Ze werden gewoon als vee afgeslacht. De laatste volbloed Aboriginal stierf in 1876. (Haar naam was Truganini.) Het hoort bij Australië, maar de natuur is er heel anders. Hier vind je geen woestijnen of tropisch regenwoud. Wat je er wel vindt is de Tasmanian Devil en het zo eigenaardige vogelbekdier. Er wonen niet veel mensen, maar de Outback is vele malen leger. Sommige delen van dit eiland zijn nog onontdekt en worden bedekt met oerbossen waar misschien nog dieren wonen die wij niet kennen.

We moeten even wennen aan het links rijden en aan de automaat. Ook de handel van de ruitenwissers zit weer verkeerd om. Dus die gaan aan als je richting aan wilt geven. En andersom! We volgen het advies van Joanna op en rijden de 1270 meter hoge Mount Wellington op. Op een heldere dag is het uitzicht op Hobart prachtig. Beneden leek het helder, maar eenmaal boven stroomde de koude lucht over de bergrand. Hobart in the Mist. In één dag te maken krijgen met een temperatuurdrop van 30 gr. ( 32 gr. in Singapore en 2 gr. bovenop die berg) Dat gebeurt je niet zo vaak. Ondanks de kou genieten we van de rust en witte stilte......tot er een lading tieners uit een bus stapt. Gekleed in allerlei verschillende stijlen ( van punk tot kostschoolmeisje), maar niet zo geschikt voor dit weer.. Ze lopen dan ook rillend, maar allemaal luidruchtig en uitgelaten (letterlijk misschien!) rond.. Een van de leraren wordt opgetild en ze dreigen hem over de rand te gooien. Need a hand, mate ! Opvallend is wel, dat de foto's nog genomen worden met gewone digitale camera's. Mobieltjes hier niet gezien. We rijden weer door de haarspeldbochten naar beneden....daar schijnt de zon wel. We zoeken eerst onze B&B op. Helaas staat The Lodge on Elizabeth verkeerd aangegeven in het ANWB boek. Daar ligt het midden in een winkelgebied voor voetgangers, waar je met de auto dus niet mag komen. We vinden met veel moeite een parkeerplaats in een garage om vervolgens tot de ontdekking te komen dat het heel ergens anders ligt. We hoeven van de parkeerwachter niet te betalen! De lodge is geweldig, we krijgen het Convict Cottage. Zelf voor je ontbijtje zorgen, maar alles is al wel in huis gehaald. Er staat een doos chocolade en een fles bubbeltjeswijn voor ons klaar. We droppen onze bagage en lopen naar het (kleine) centrum van de stad. Daar kopen we een SIM kaart voor Australië. De 30 dollar krijg je terug als beltegoed. We bekijken de haven van Hobart, waar o.a. de Sea-sheperd ligt. Deze organisatie verzet zich tegen het doden van walvissen en zeehonden en doen dat met hardere middelen dan bijv. Greenpeace. We lopen wat rond tussen de vissersboten en zitten op een bankje in het zonnetje......we zijn eindelijk waar we zo graag wilden zijn....in Australië.

26 maart: Vandaag zijn we eerst naar de 'beroemde' markt op Salamanca Square geweest. Het is een soort braderie, maar dan iedere week. Heel sfeervol, veel muziek en veel stalletjes met plaatselijke producten. Wat ons opvalt zijn de prijzen...in negatieve zin dan. Aardbeien voor €10,- per kilo (laat maar liggen dus), een potje jam voor €6,-. Voor insiders....dat is zélfs mij te gortig. In deze appelstreek zou je niet verwachten dat een kg. €4,- kost. Als dat zo blijft lopen we scheurbuik op, net als die ontdekkingreizigers op hun lange zeereizen. Maar gezellig was het er wel. We kopen ergens wat sandwiches, zetten een lekker kopje koffie en gaan op ons eigen terrasje zitten, lekker in het zonnetje. Daarna de auto in, op weg naar Tahune Tree Top Walk. Via een airwalk op 20 meter hoogte loop je door de boomtoppen. We krijgen via bordjes uitleg over de verschillende soorten. Veel van die toppen steken nog eens zo'n 20 meter boven die airwalk uit. Onder onze voeten staan man-ferns, Dat is een varensoort van 2 meter hoog en ook 2 meter breed. Ze kunnen als paraplu dienen als het regent. Vol ontzag staan we bij een Eucalypthus boom van 87 m. hoog, een omtrek van 20 m. en een gewicht van 405.000 kg. Dat is een hoop hout, maar gelukkig mag niemand er aan komen. 's Avonds proberen we Skype uit. Dat gaat zo gemakkelijk dat we meteen de kinderen en Hermi bellen. Het kost bijna niets en er is weinig vertraging op de lijn. Dat gaan we vaker doen !

Nu zitten we lekker aan de port. Er staat een volle fles in de cottage die we mogen gebruiken. Kijken wat er morgenvroeg nog van over is. We toasten op Joep en Joke die vandaag hun feest vieren, jammer dat we er niet bij konden zijn. Niet vergeten om de klok op wintertijd te zetten. In Nederland gaat op hetzelfde moment ( o nee....10 uur later) de zomertijd in. Even rekenen: Singapore +7, Hobart nog +3 erbij, wintertijd -1 en zomertijd Nederland +1......snappen jullie het nog. Henk gelukkig wel. Juist:...+8 !

Vandaag (27 mrt.) is het zo'n mooi weer dat we besluiten om wat binnendoor weggetjes te nemen om op die manier langs de zee te blijven rijden. We bewonderen de uitzichten met de mooie namen als: Pirates Bay Lookout, Eaglehawk Neck, Tasmans Arch enDevils Kitchen. Allemaal korte wandelingen met een fantastische beloning. Koffie in Dunalley, waar het Tasman Memorial herinnert aan de eerste landing... van die Hollanders dus (1642). Die koffie wordt ingeschonken door een Nederlandse uit Ohé en Laak die 13 jaar geleden met haar ouders naar dit deel van Australië is geëmigreerd. Moeizaam Nederlands met een zwaar accent! Maar toch...ze is de taal nog niet verleerd. Op naar Port Arthur voor de geschiedenisles. We denken daar tijd genoeg te hebben, maar wat blijkt.....de tijd is hier nog helemaal niet verzet. We missen dus een uur! (Het verschil is dus +9) We kunnen nog net mee met de boot om de baai te verkennen met het Island of the Dead. Hier werden de gestorven gevangenen, naamloos, begraven. Alleen de officieren kregen een zerk! Zo ligt hier ene man begraven die naar Port Arthur was verbannen omdat hij het hoofd van een standbeeld van de koning had omgemikt. De straf vond hij maar oneerlijk en vertelde de commandant dat hij uit protest in hongerstaking ging......dat lukte! Hij lag na een paar weken op het eiland!

Maar even terug naar de geschiedenisles: In 1830 werd de strafkolonie Port Arthur gesticht. Hier werden de criminelen geplaatst die voor de 2e keer de fout in gingen. De plek was ideaal, de rotskust was gemakkelijk met bloedhonden te bewaken. Ontsnappen was onmogelijk, maar de gevangenen probeerden het natuurlijk wel. Zo was er iemand die dacht slim te zijn. Hij vermomde zich als kangoeroe door in de huid van zo'n beest te stappen. De wachters, die vaak bijna niets te eten hadden, zagen dat beest als een welkome aanvulling van hun rantsoen en begonnen te schieten.....waarop de gevangene zich toch maar overgaf. Liever in de cel dan in de kookpot! Op een bepaald moment zaten er 1200 gevangenen en 1000 bewakers e.d. Velen van hen kwamen in het 'gekkenhuis' terecht. Dat kwam o.a.door de zware dwangarbeid, maar vooral door de manier waarop ze beloond of bestraft werden. Goed gedrag leverde bonussen op in de vorm van extra eten, tabak, suiker of thee. Je zou denken: dat is toch een prima idee. Maar 'slecht' gedrag (en dat was het al snel) werd bestraft met eenzame opsluiting in het donker om je zonden te overdenken. En dat kon lang duren. Door gebrek aan zonlicht en menselijk contact werken deze gevangenen langzaam 'gek'. Zij kwamen in een apart deel van het strafkamp terecht.....in eenzame cellen. Aan de andere kant kregen door scholing veel gevangenen de kans om een fatsoenlijk leven op te bouwen als ze hun straf er op hadden zitten. In 1877 werd het strafkamp opgeheven. Helaas is een groot deel van het kamp zwaar beschadigd door een bosbrand in 1895. Maar van de restanten weten ze nog heel wat te maken d.m.v. geluidseffecten en beelden. In het informatiecentrum is een museumpje waar je in het leven van een gevangene duikt. Het lot bepaalt wie je bent. Ik was een man die 7 jaar kreeg omdat hij ijzer had gestolen. Henk was een jongen van 13 die hier naartoe werd gestuurd voor het stelen van....een zakdoek!

Helaas is deze historische site van Port Arthur ook bekend omdat hier de eerste massamoord plaatsvond in Australië. Op 28 april 1996 schoot een man met een semi-automatisch wapen 35 mensen dood en raakten 19 anderen zwaargewond. Het parlement besloot om dit soort wapens voor particulieren te verbieden. Men dempt de put als het kalf verdronken is...!

De volgende dag (28 mrt.) gaan we weer verder langs de kustlijn en via een dirt-road door het binnenland. We lunchen ergens op een strandje, lekker in het zonnetje. Onderweg komen we een eigenaardige brug tegen ( Spiky Bridge). Hij gaat niet over water heen en de reling is voorzien van puntige rotsblokken. Niemand weet waarom dat zo is. De enige informatie die je krijgt is dat hij gebouwd is door gevangenen. Ik nodig jullie uit om je eigen verhaal te maken ! Het einddoel in Freycinet N.P., het belangrijkste beschermde natuurgebied van Tasmanië. Het is er inderdaad prachtig. We lopen een aantal tracks en genieten van de mooie uitzichten en verschillende kleuren. We blijven hier 2 nachten in Freycinet Lodge. De cabins staan verscholen tussen de bomen bovenop een rots.. We krijgen een upgrade....het terras van deze cabin kijkt uit over de baai. De maken een fles wijn open en drinken een glaasje, terwijl we genieten van de zonsondergang. Uit de stereo-installatie klinkt gitaarmuziek van Cary Lewincamp. We hebben hem zien spelen op de Salamanca markt. Blijkt hier een bekende zanger te zijn. Wisten wij veel! Morgen wordt een zware wandeldag. De schoenen staan al klaar!

Die wandeldag heb ik maar nét overleefd. 12 km. lijkt niet zo lang, maar ik moet erbij vertellen dat het 'pad' nogal rotsachtig was, dat je vaak stappen omhoog/omlaag moest klimmen van een metertje of zo, dat het parcours veel overeenkomst met een hele hoge achtbaan vertoonde en dat de zon recht in je gezicht scheen zonder beschutting! Tussendoor even uitrusten was ook geen optie: Hele hordes met vliegen gebruikten ons dan als landingsbaan. Je mond kon je maar beter dichthouden! Maar.....het uitzicht over bijv. Wineglass Bay was fenomenaal, je liep dwars door oeroude bossen en over eenzame stranden. Ons eerste (levende) wildlife werd een feit: Op het strand hupte een wallaby. ( kleine kangoeroe) tussen de rotsblokken door. Vanavond lekker uitrusten en een wijntje heffen op Ella. Gefeliciteerd met je verjaardag! Morgenvroeg maar afwachten hoeveel spierpijn ik heb.

Singapore, een melting pot

Singapore: A melting pot

Ik geef het eerlijk toe: afscheid nemen was deze keer een stuk lastiger. Niet alleen omdat we nu langer weggaan ( 4 maanden), maar ook omdat we vooral de kleinkinderen erg zullen missen. Marise ontwikkelt zich heel snel nu en Florine....ach, dat hummeltje gaat snel het baby-achtige verliezen. Sorry kids, niet vervelend bedoeld hoor, natuurlijk missen we jullie ook!

Natuurlijk moest er die laatste dag weer veel gedaan worden, maar dat zijn we inmiddels van onszelf gewend. Ook nu werden de tassen weer op het laatste nippertje ingepakt. (37 kg. voor 2 personen voor 17 weken en daar zaten dan ook nog de nodige spullen voor de camper in). Nog even met Marloes gebeld. Florine houdt van knuffelen, dus weinig geslapen. Tjerk bracht ons keurig op tijd naar Schiphol. Ook Lufthansa deed zijn best....óók op tijd. Qantas stond al klaar in Frankfurt en om 23.20 zaten we op onze stoelen, richting Singapore. Lekker ruim dit keer, naast Henk zat niemand en naast mij ook niet. (Wij boeken altijd 2 gangpadplaatsen, veel handiger). Onderweg lekker ontspannen gekeken naar 2 films die je zelf uit kon kiezen uit 50 titels. The King's Speech had ik al gezien, dus dat hoefde niet meer. Het eten was voor de verandering dit keer werkelijk erg lekker. We kregen zelfs voor de lange nacht een tasje met snacks en een flesje water. Prima service dus.

Op 22 maart kwamen we 's avonds om18.20u in Singapore aan ( tijdsverschil van +7). Binnen 30 minuten waren we - met alle bagage - door de douane en in het Albert Court Village Hotel. Een echt stadshotel, maar wel lekker dicht bij de wijk Little India. 's Avonds gaan we dan ook nog even op stap in deze wijk. Little India is de wijk in Singapore waar in de 19e eeuw de immigranten uit India bij elkaar gingen wonen. Ze namen de cultuur van hun eigen land mee. Doordat er zoveel verschillende volkeren in India zijn, zijn hier in deze wijk dus ook verschillende Indiase culturen samengesmolten. Hun voornaamste godsdienst is het Hindoeïsme. We lopen eerst naar de Sri Veeramakaliamman Temple (het kost enige moeite om dit goed te typen). Deze tempel is voor de godin Kali, de vernietigster van al het kwaad. De priester smijt om die reden dan ook een kokosnoot aan stukken.Ik was onder de indruk van de sfeer in deze tempel. De schoenen moesten uit bij het betreden dus vuile voeten had ik wel.....flink schrobben onder de douche is dan wel nodig. Het ruikt heerlijk op straat. Niet alleen de geuren vanuit de keukens, maar ook vanuit de stalletjes die allerlei kruiden verkopen. Om de maag te vullen zoeken we een klein eethuisje op en eten een heerlijke curry met kip en rundvlees. Omdat we zo vlakbij deze wijk zitten, gaan we donderdagmorgen nog naar het Tekka Centre en proberen we nog een andere tempel te bezoeken, voordat we verder vliegen naar Australië.

Na een onrustige nacht (jetlag slaat toe) zijn we woensdag de stad verder gaan bekijken. We hebben dit keer gekozen voor een Hop-on-hop-off bus. 's Morgens was de zon nog niet zo heet, dus lekker op het bovendek. We hebben ons eerst bij een hele ronde door Singapore laten rijden. Je ziet zo heel veel en dan pas besluit je wat je uitgebreid wilt bekijken. Het blijkt wel weer dat wij niet echt stadsmensen zijn. Wij kiezen binnen zo'n wereldstad altijd voor de kleinere wijken en parken. De vele, dure winkels op Orchard Road trokken ons helemaal niet. Bovendien kun je daar alleen slagen met een dikke portemonnee en met maatje 32/34. Helaas...geen van beide ! Wij kozen dus voor de Botanic Garden en Orchid Garden. Daarna zouden we naar de 2e grote immigrantenwijk gaan: China Town.

Deze Botanic Garden was de vervanger van de eerste tuin, die werd gesticht door Sir Stamford Raffles, de stichter van het moderne Singapore, en is 63 hectare groot. In deze tuin werd o.a. de rubberboom geschikt gemaakt voor grote plantages. En die zorgden voor grotere welvaart in deze regio. Later werd er veel tijd gestoken in het ontwikkelen van nieuwe Orchideeën soorten. We hebben heerlijk door deze tuin gewandeld en de meest schitterde planten en bloemen gezien. Ongelooflijk hoeveel verschillende soorten er bestaan. Er werken ook heel veel mensen die dit allemaal onderhouden. De tuin is overigens gratis, alleen voor Orchid Garden moet je toegang betalen (4,- p.p.)

Na snel weer op de bus te zijn 'gehopt', lieten we ons afzetten bij China Town. De eerste Chinezen kwamen hier wonen rond 1821. Het waren echte handelaren die boten vol porselein, zijde, thee en andere producten meebrachten om te verkopen. Zij gingen dan ook wonen aan de rivier en daar ligt de wijk nog steeds vlakbij. Ook China kent natuurlijk weer verschillende culturen. En daar waar ze in eigen land nog wel eens elkaar het licht in hun scheve ogen niet gunden, hier lukte het wel om bij elkaar te wonen. De culturen versmolten zich in deze typisch Chinese wijk. Naast Boeddhistische tempels zijn er ook Hindoeïstische tempels en moskeeën. We hadden al een Hindu tempel bekeken, dus gingen we de Buddha Tooth Relic Temple & museum eens beter bekijken. Naast een (deel van) tand van Buddha, die op gepaste wijze en met veel respect wordt vereerd, heeft de tempel op het dak ook het grootste gebedswiel van de wereld en is er op de 3e verdieping een leercentrum over Boeddha. Iedereen wordt uitgenodigd om aan de ceremonie deel te nemen, of je nu gelovig bent of niet. Zo mochten Henk en ik 3x water sprenkelen over een gouden Boeddha. Dat moet ons dan Wijsheid, Gezondheid en Welvaart brengen. Laten we het hopen, nietwaar. In een flatgebouw van 21 verdiepingen naast deze tempel zijn we met de lift naar boven gegaan om Singapore eens van bovenaf te bekijken. We wisten niet of het mocht, maar niemand van de bewoners keek raar en we werden vriendelijk begroet, kregen ongevraagd het verhaal te horen dat iemand dagenlang dood in zijn flatje had gelegen en dat het dus op die verdieping nogal stonk. Maar de lift bracht ons gewoon omhoog en sloeg die etage over ! Het uitzicht was in ieder geval prachtig. In het Maxwell Road Food Centre hebben we aan plastic tafeltjes midden tussen de lokale bevolking heerlijk gegeten. Je kunt hier op deze eetmarkt alle soorten Aziatisch voedsel krijgen. Een letter (A, B of C) geeft de aan hoe schoon het in de keuken is. A en B is goed, C kun je beter als tere Europeaan niet eten. Dat geeft gegarandeerd maagproblemen. We kregen de tip om te letten op de lokale bevolking. Kijk waar zij in de rij staan, dan is het eten goed. Daarna vonden we dat we vandaag wel genoeg gedaan hadden en zijn we met de metro terug naar Little India, en dus het hotel, gegaan. Eerst een lekkere douche om de hitte van ons af te spoelen. Hopelijk vannacht geen jetlag en geen maagproblemen

Het is 24 maart. Je kunt merken dat ik nog niet helemaal het Nederlandse leven heb losgelaten. Ik moet denken aan Rob, die vandaag zijn 54ste verjaardag viert. Bij deze dus gefeliciteerd. Drink een lekker biertje op je gezondheid, dan pakken bij straks de onvermijdelijke Singapore Sling Cocktail. Na het ontbijt dus terug naar Little India. We nemen nu de achterafstraatjes, waar de mensen zelf wonen. Midden in de wijk staat de prachtige Sri Srinivasa Perumal Temple. De tempel is nog niet zo heel oud. In1979 werd bijv. de hoofdingang ingewijd met water uit de Ganges. Je bent welkom in de tempel, maar......weer de schoenen uit ! In de tempel zelf zijn verschillende altaren met figuren uit deze religie. Tegen de klok in bidden de Hindoes bij ieder altaar en laten zij kleine offeranders achter. Als ze weggaan luiden ze 3x een belletje. Tenslotte gaan we naar het Tekka Centre om wat eten voor de lunch te kopen en de geuren op te snuiven. Heerlijke aroma's bij de kruiderijen, midden lekker bij de vlees- en vismarkt.

In het hotel eten we de lunch op en maken dit verslag, de airco staat hier op 25 gr. Heerlijk koel dus. Straks gaan we weer terug naar de luchthaven om via Melbourne naar Hobart (Tasmanië) te vliegen. Morgenvroeg komen we daar aan. Dan begint voor mijn gevoel de reis pas écht ! Singapore was 'maar' een tussenstop !

Een kleindochter precies op tijd ! Nu Australië nog......

Gelukkig !

We begonnen ons een beetje zorgen te maken of we de geboorte van ons 2e kleinkind nog mee zouden maken, maar gelukkig heeft ze besloten om toch nog even haar opa en oma te willen zien.

Op 19 maart om 17.33u is dus geboren:

FLORINE

Dochter van Marloes en Toby v.d. Poel

Zusje van Marise

Ze weegt 3464 gram

(zie foto's)

Nederland, Australië en Henk en Brigit

Wat als.....in 1606 de kapitein van het VOC-schip 'Duyfken' wat meer aandacht had geschonken aan het land dat hij zag, Wat als....kapitein Willem Jansz niet had geluisterd naar de hoge heren van de Verenigde Oost-Indische Compagnie. Wat als....in 1629 het schip 'De Batavia' niet op de klippen was gelopen, er geen muiterij was uitgebroken en niet alle schipbreukelingen om het leven waren gebracht. Wat als die mannen, vrouwen en kinderen gewoon aan land hadden kunnen gaan. Wat als....die 3 andere schepen ( 'De Vergulde Draeck', 'De Zuytdorp' en de 'Zeewijk' een kapitein hadden gehad die wél over een dosis visie en koppigheid had beschikt?

Ja dán.....hadden ze misschien op dit eiland een taal gesproken die wij Nederlanders allemaal hadden kunnen verstaan en was het Nederlands grondgebied vele malen groter geweest. Zeker als we ook New Amsterdam (het huidige New York) niet hadden verkwanseld, en de Maori's van Nieuw Zeeland niet zo afschrikwekkend waren geweest. Die Britten hebben veel aan ons te danken. Het is maar dat ze het weten!!

De expedities van Abel Tasman in 1642 drukken een stempel op de geschiedenis van Australië. Hij zeilde om Australië heen en bracht het 'Zuidland' in kaart. Hij noemde het toen 'Nieuw Holland'. Het eiland dat Tasmanië is naar hem vernoemd. De laatste VOC-expeditie was van 1996-1697. Maar het VOC had geen interesse in dit 'onaantrekkelijke' land, het leverde geen winstgevende handelsproducten op en dus werd er geen claim op gelegd.

Captain James Cook ging pas in 1770 met zijn 'Endeavour' voor anker in Botany Bay (vlakbij het huidige Sydney). Hij zag wel mogelijkheden in dit land en vestigde de eerste Engelse kolonie.

Het is zoals het is !

Natuurlijk waren de blanke Europeanen niet de eerste bewoners van dit land. Dat waren de Aboriginals.

Zo'n 50.000 jaar geleden kwamen zij vanuit Zuid-Oost Azië naar dit continent. Het waren verschillende stammen die hun 'droompaden' vonden als jagers en voedselverzamelaars. Alhoewel zij het begrip grondeigendom niet kenden, leefden de verschillende groepen wel in hun eigen gebied. Pas in 1982 erkende het gerechtshof in Australië de landrechten van de Aboriginals. Maar dat was pas nadat zij jarenlang hun best hadden gedaan een einde te maken aan de cultuur van deze oorspronkelijke bewoners. Daarover later meer.

Dit is dus het land dat wij nu in 4 maanden tijd gaan verkennen. Waarom alleen Australië?

Omdat het:

* een land is, dat binnen zijn grenzen verschillende klimaatzônes kent en daardoor verschillende landschappen. Van strand en zee in het Oosten en Zuiden, het tropische regenwoud in het Noordoosten tot het rode zand van de woestijnen,

* drukbevolkte en dus lawaaierige steden heeft met prachtige musea, maar ook de indrukwekkende stilte kent van de outback,

* een land is met een geschiedenis die ons aanspreekt,

* een uniek planten- en dierenwereld heeft,

* helemaal aan de andere kant van de wereld ligt,

* er mensen wonen die zich 'Aussies' noemen en een BBQ een 'Barbie'.

Daarom !

Onder het kopje profiel staat de reisroute, voor zover die ons bekend is natuurlijk.

Iguazu

Iguazú:

Oudejaarsavond is een hele gezellige avond geworden. Daar zag het eerst niet naar uit. We zouden in het hotel iets eten, dat kon volgens Daniël tot 22.00u, en daarna naar de Plaza Dorrego. We hadden voor de zekerheid een klein zakje chips, wat nootjes en een fles rode wijn gehaald. Ervaring! En ja hoor, geen service meer na 20.00u. Te vroeg om naar de Plaza te gaan, dus maar even in de patio een glaasje wijn en wat chips eten....om daar vervolgens tot 1.00u te blijven hangen. Er waren meer gasten op dat idee gekomen. Zes wat oudere Amerikanen kwamen met tassen vol lekkere dingen ook naar de patio. En je kunt veel over Amerikanen zeggen, maar gastvrij zijn ze wel. Ons zakje chips vonden ze maar zielig en onze kurkentrekker 'interessant'. Die hadden ze nl. zelf niet bij zich! En zo werd het een heerlijke, gezellige avond. We hoorden de knallen, maar hadden er geen last van. Er vlogen geen kanonskogels langs onze oren (want siervuurwerk, dat kennen ze niet écht, althans niet in deze wijk). De oudste was 80 en commandant geweest van de New York Fire department. Veel van zijn vrienden waren omgekomen op 9/11 in de Twin Towers. Hijzelf was al gepensioneerd maar toch gaan helpen. Het waren immers 'familieleden'. Brothers, zoals hij ze noemde. Een ander was een professor in de antropologie, ook vol met verhalen over de verschillende culturen die ze had leren kennen tijdens haar reizen. Het was 24.00u voordat we het in de gaten hadden! Geweldige avond gehad!

Op 1 januari dus naar Iguazú. We moesten weliswaar helemaal omrijden vanwege de Dakar-rally, maar iedereen lag nog op één oor en dus waren de straten bijna leeg. We hadden al gehoord dat het daar bijna 40 gr. was geweest met heel veel zon. Inderdaad....geweest! De temperatuur was er nog wel, maar de zon niet meer. Toen wij aankwamen kwam de regen met bakken uit de hemel. Tropische stortbui, maar dan van een paar uur. Onze poriën werden ook meteen opengezet. Het zweet stroomde met stralen ons lijf uit. Dit was voor ons een beetje teveel van het goede! Maar de taxichauffeur stelde ons gerust. Straks schijnt de zon weer. En inderdaad, een uurtje later scheen de zon en dampte het bos waarin onze lodge lag. Het werd dus op een andere manier vochtig. Gelukkig....de airco deed het en de fan ook. Dus...redelijke koelte op de kamer. Diegene die de douche heeft uitgevonden verdient - postuum - de Nobelprijs. Het diner 's avonds was een BBQ. Heel anders dan bij ons. Hier is het echt kilo's vlees en eigenlijk vrijwel niets anders. Alles wordt ook erop gegooid. Het hele beest wordt gebruikt, dus je bord moet regelmatig worden vervangen vanwege het restafval. Europeanen eten het magere vlees, Argentijnen ook het vettige deel. Op tijd naar bed, morgen om 6.20u opstaan. We worden vroeg opgehaald om naar de watervallen te gaan.

In 1541 ontdekte Cabeza de Vaca per toeval deze watervallen. Hij was op doorreis naar Asunción en had geen tijd om ze verder te verkennen. Hij gaf ze snel een naam, Santa Maria was snel bedacht en reisde door! Nu brengen 5 miljoen mensen per jaar een bezoek aan dit wereldwonder der natuur. We hebben de Niagara- en de Victoriafalls gezien, maar dit slaat écht alles. De Cataratas del Iguazú , de naam betekent 'groot water', bestaat uit 275 watervallen die zich over een lengte van 2,7 km. in een 70 m. diepe kloof storten. Een gordijn van water uit de Rio Iguazú valt hier naar beneden en komt tenslotte uit in de Rio Paraná. Gemiddeld 1700m3 water per seconde. Zo, dat zijn de feiten! Nu de realiteit: Je weet niet waar je kijken moet, het water dondert om je heen, bonte vlinders landen op je armen, je loopt in de file en je wordt zeiknat! Dat laatste niet zozeer als je langs al dat moois loopt, maar wel tijdens de boottocht met de zodiac. Daarover later meer. De grootste hoeveelheid water (29.000 m3 per seconde) veroorzaakte een vloedgolf, die in 1983 alle plankiers bij de Garganta del diablo meesleurde. Er is nu een nieuwe route gemaakt en ze zijn bezig om het voetpad bij de Garganta te verbinden met de Upper Trail. Er is werkelijk van alles gedaan om de stroom toeristen goed aan te kunnen, maar in de file staan in de vakantie (want het is nu zomervakantie in Argentinië) is normaal. Bonte vlinders, aapjes, witsnuitneusberen en leguanen vormen de achtergrond bij deze watervallen. Bij een restaurantje komen we onverwachts Denise en Karin tegen, onze Ierse tafelgenoten van de Antarctica-expeditie. Weer even tijd om herinneringen op te halen en om te horen hoe het hen verder vergaan is. Ook zij hebben Oud-en Nieuw gevierd in Buenos Aires en zijn bijna doof geworden van de harde knallen om hen heen. Morgen vliegen ze terug naar Ierland.

's Middags staat de tocht met de zodiac op het programma. Nu is een zodiactocht voor ons inmiddels geneden koek, maar deze is toch wel een beetje anders. In Antarctica probeerden de bestuurder je dróóg te houden. Hier is het juist de bedoeling om iedereen drijfnát te maken. En dan bedoel ik ook echt zeiknat.....je kunt net zo goed meteen met al je kleren aan in de rio springen! Nietsvermoedend ga ik in het midden van de boot zitten, aan de rand. Want je wilt tenslotte wat zien, nietwaar! En laat dat nu juist de plek zijn, waar je vol wordt geraakt door de waterval en later door de stroomversnelling in de rivier. Voor het eerst in mijn leven heb ik me gewoon uitgekleed tot op mijn ondergoed waar allerlei vreemde mensen bij waren. We hebben mijn kleren al draaiend uitgewrongen om ze vervolgens, nog steeds kletsnat, weer aan te trekken. We hadden wel een regencape bij ons, maar die hadden we niet aangetrokken. We hadden nl. een tijdje staan kijken naar de andere boten, maar dat zag er niet zo spectaculair uit. Wisten wij veel dat we geboekt hadden voor de 'speciale versie'. Mochten jullie dit nog lezen, Hans en Wilma, neem een set droge kleding mee. Dan loop je niet 2 uur met drijfnatte kleding aan. Het is nu 5 uur later en de kleding hangt nog steeds te drogen over de terrasrand. Gelukkig waren we wel gewaarschuwd om de camera's goed op te bergen in waterdichte zakken. We hadden het dus kunnen weten!

Buiten is het een kakofonie van hoge tonen. De jungle komt bij zonsondergang tot leven. Dat duurt een uurtje. Gelukkig, want het is best een snerpend geluid. Als het écht donker is houdt dit gesnerp binnen 1 seconde op. Het is opeens doodstil! Lekker gegeten, maar de porties mogen ze gerust halveren. Geen postre dus. (nagerecht)

De tweede dag hier staan de watervallen aan de Braziliaanse kant op het programma. Je moet daarvoor dus weer alle tijdrovende grensformaliteiten ondergaan. We hoeven zelf de bus niet uit en kunnen dus ook niet controleren of de douane niet de zoveelste Argentijnse stempel door onze kostbare Antarctica stempel zet. Meteen controleren als we ze terugkrijgen. Gelukkig, ze tonen respect! Na 2 uur komen we dan eindelijk daar aan. Om vervolgens anderhalf uur de tijd te krijgen. Het Braziliaanse gedeelte is echter een stuk kleiner dan de andere kant. Dus we kunnen rustig wandelend over de plankiers. We waren bang dat dit deel niet zo indrukwekkend zou zijn, een beetje mosterd na de maaltijd dus. Maar gelukkig is dat niet zo. Met name de Garganta del Diablo kun je nu heel goed zien omdat je deze neerstortende watermassa vanaf beneden ziet. En dat ziet er indrukwekkend uit. Je kunt elkaar niet verstaan, zo'n lawaai maakt al dat vallende water. De wind staat onze kant op, dus je moet regelmatig de cameralens druppelvrij maken. De fijne sproeinevel is heerlijk verkoelend in deze hitte. De Brazilianen hebben een panoramalift gebouwd om weer terug naar boven te komen. Aardig van ze, want het is een hele klim. Onderweg terug naar de grens is er sprake van een 'klein technisch mankement'. Toevallig net bij een mooie, maar dure souvenierwinkel. Interesse in een stenen tafel van amethist van 372 kg.? Het is even sjouwen en een hele hoop bijbetalen aan bagageovergewicht, maar dan heb je wel wat unieks. En inbrekers zullen het niet zo gemakkelijk meenemen, dus een aandenken voor het leven!

We halen bij een benzinepomp iets te eten en te drinken en gaan lekker 'luchtig' gekleed op ons eigen terrasje zitten. We zitten nog maar nét als er een tropische onweersbui losbarst met natuurlijk weer de nodige hoeveelheid water. Dat hoort bij dit klimaat. Na een uurtje schijnt alweer de zon. Even tijd voor onszelf en lekker nietsdoen! Kan ik misschien eindelijk dat boek eens uitlezen waarin in al in de eerste week begonnen was. En het is écht niet dik...eigenlijk een pocketboekje! Dat lukt! 's Avonds weer heerlijk gegeten in onze eigen lodge. Waarom zouden we naar Iguazú gaan als het hier heerlijk en ontspannen eten is. We hebben al gehoord dat dit stadje niet veel voorstelt en we zijn gewoon toe aan even relaxen. Daarvoor hadden we deze lodge ook geboekt.

Vandaag wordt een dag van heerlijk niets doen hebben we met onszelf afgesproken. Morgenvroeg om 4.00u opstaan om aan een 28 ! uur durende terugreis te beginnen. En dat is dan tot aan Schiphol. We zijn gewoon niet alert genoeg geweest bij de boeking. We moeten zo vroeg vertrekken omdat we o.a. weer die grensformaliteiten hebben, dan een vlucht naar Sao Paulo met tussenlanding, dan 8 uur wachten op de aansluitende vlucht naar Madrid, daar gelukkig weer binnen 2 uur naar Amsterdam. Helaas kunnen we niet vooraf inchecken in Sao Paulo, dus maar afwachten waar we zitten in het vliegtuig. (iets met de overstap in Madrid). Ik word al moe als ik eraan denk! Dus.....vandaag niets! We staan laat op, wandelen wat door de jungletuin van deze lodge en zien prachtige vlinders, bloemen, planten die bij ons in een miniversie in de huiskamer staan, leguanen en huizenhoge bomen. En op de achtergrond de bijhorende geluiden. We zitten op ons terrasje en als het ons te warm wordt gaan we gewoon even naar binnen, waar de airco op 24 gr. staat afgesteld. In stukken werk ik dan het reisverslag bij. Van hieruit verzenden wordt niets. Internet is zo traag, dat je rustig kunt gaan lunchen voordat je de reispagina geopend hebt....als dat al lukt! En ook daar maken we ons maar niet druk om. Ontspannen tot in de toppen van de vingers en tenen.

Maar aan het eind van de middag moeten we er toch echt aan geloven: het inpakken van de tassen. We hebben niet veel souvenirs verzameld, maar gedragen kleding neemt ook meer plaats in is mijn ervaring. Dus dat wordt passen en meten. Het helpt dat we weer wat dikkere kleding aantrekken. We gaan immers terug naar het koude Nederland. Gelukkig valt het allemaal mee, binnen een halfuurtje zijn we klaar. Nog even lekker gaan eten en dan op tijd naar bed. Het zal nog stikdonker zijn om 4.00u. Zouden ze koffie hebben op dat tijdstip? Terug naar Nederland....en eigenlijk is dat toch ook wel weer fijn.

We hebben een geweldige reis gemaakt, veel indrukken opgedaan. Zoveel, dat het soms niet meer te bevatten was. Antarctica was een droombestemming en heeft de verwachtingen volledig waargemaakt. De Carretera Austral was een belevenis, het rijden alleen al. Buenos Aires, een wereldstad, niet echt iets voor ons. Maar leuk om er eens geweest te zijn. En dan de watervallen...overdonderend mooi. Het bijhouden van een reispagina was leuk om te doen en we keken echt uit naar nieuwe reacties, ze stimuleerde mij om alles goed in me op te nemen. Allemaal bedankt daarvoor. Deze 7 weken zijn voorbij gevlogen, maar nu is het tijd om naar huis te gaan! En naar Chili en Argentinië gaan we beslist nog eens terug.